De tocht die bleef doorgaan

Het is inmiddels bijna twee maanden geleden dat ik de huttentocht in Oostenrijk liep. Drie dagen in de bergen, samen met een groep bijzondere vrouwelijke ondernemers. En toch voelt het nog steeds alsof ik daar ergens op dat pad loop. Want wat er in beweging kwam, is niet gestopt toen we terugkwamen in het dal.

De eerste dag was meteen een vuurdoop. Urenlang omhoog, de zon brandend op mijn huid, het pad vol stenen en rotsen. De lucht strakblauw, het meer waar sommigen even een duik in namen. Mijn lijf had het zwaar. Ik voelde me beroerd, leeggelopen, en toch zette ik stap na stap. Gelukkig vond ik een wandelmaatje. Samen liepen we achteraan, in ons eigen tempo. En juist in die traagheid ontstond ruimte voor échte gesprekken. Ik besloot me meteen open te stellen over waarom ik deze tocht liep en hoe spannend ik het vond. Dat werd een sleutel die anderen volgden, de verhalen kwamen los, er ontstond verbondenheid.

De natuur spiegelde alles. Het ene moment stil en groots, het andere moment zwaar en uitdagend. Mijn lichaam protesteerde, maar mijn hart ging open. In die kwetsbaarheid vond ik een kracht die ik niet kende. Alsof de bergen fluisterden: “Je hoeft het niet alleen te doen, we dragen je. Je mag gedragen worden.”

Op de tweede dag gingen we verder, de langste route van allemaal. Stijgen, dalen, opnieuw stijgen. Spierpijn, misselijkheid, leeglopen en een slapeloze nacht. En toch ook dat ene moment op de top, bij het kruis, waar de lucht vochtig hing en de stilte diep in me doordrong. Ik voelde: ik bén hier. Midden in mijn ongemak, midden in mijn kracht.

De laatste dag was het pittigst. Door een val in de hut had ik beide voeten bezeerd, blauw en pijnlijk. Alles in mij wilde verder en daar ging ik. Met hulp van de vrouwen om me heen zette ik stap na stap, soms huilend, soms lachend. En onderweg gebeurde er iets bijzonders. Alsof de sluiers daar in de bergen dunner waren, mocht ik boodschappen doorgeven. Van een overleden vader, een geliefd huisdier. Het kwam vanzelf, moeiteloos, alsof de berg zelf de deur openhield.

Die drie dagen waren meer dan een huttentocht. Het was een reis naar binnen. Een ontmoeting met mijn grenzen, mijn angsten, mijn kwetsbaarheid én mijn kracht.

En nu, twee maanden later, merk ik dat de tocht nog steeds doorgaat. Niet over stenen paden dit keer, maar over de lagen in mijzelf. Ik ontdek nieuwe kanten, laat oude stukken los, voel vertrouwen groeien in wie ik ben en in wat ik de wereld te brengen heb. De bergen draag ik sindsdien met me mee: in mijn adem, in mijn keuzes, in hoe ik er ben voor mezelf en voor anderen.

In de stilte van de bergen vond ik de kracht van mijn kwetsbaarheid.

Categories: Uncategorized
X